Om wegbekendheid te krijgen ga je eerst wegleren.
Maar hoe doe je dat en waar let je op.
Je krijgt van de vervoerder wegleerdocumentatie en soms toegang tot de wegleerbank. Daar is veel informatie te vinden en wat moet je nou?
Bedenk dat wegbekendheid nodig is voor situaties die afwijken van normaal want bij mooi weer en goed zicht zie je de seinen en stations ruim van te voren en heb je genoeg tijd om te reageren. Maar wat nou als het mistig is of hard regent en je een Europian Instruction krijgt, weet jij waar je moet gaan remmen? Of die ene keer dat je over het linker spoor moet gaat rijden, weet jij de seinen te staan?
Hoe begin je.
Nadat je de wegleerdocumentatie hebt gekregen voor een baanvak rij je overdag
1 keer mee van A naar B en van B naar A. Zo heb je alles een keertje gezien.
Dan ga je aan de hand van je wegleerdocumentatie een kort lijstje opschrijven
in de rijrichting van A naar B. Schrijf op;
- de spoornummers
- de snelheden
- de stations/haltes
- de emplacementsbeveiliging
- de baanvakbeveiliging
- de treinbeveiliging (ATB, ATB-NG, ETCS)
- de kunstwerken (bruggen, viaducten en dive-unders)
Ga nu weer meerijden maar alleen in de richting van A naar B op de terugweg
kun je in de achterste cabine gaan zitten. Nu heb je het baanvak in één richting
bekeken en geleerd. Schrijf op waar je bijzonderheden hebt gezien zoals;
- Waar wel en waar geen bovenleiding
- overloop wissels
- snelheden die niet in de ATB te zien zijn
- Kun je bij kunstwerken reizigers evacueren
- Waar kun je een vrijgaven of tijdruimteslot krijgen.
Herhaal alles nu maar nu in de rijrichting van B naar A
Je hebt nu een goed beeld van het baanvak bij goed weer, dus ga je het baanvak
ook een keertje in het donker en als het lukt bij slecht zicht als mist en regen bekijken.